We eten één a twee maal per week samen. We kopen samen ingredienten, ik kook. Ze is een enorme fan van mijn koken. Niet in een luie “dan hoef ik niets te doen manier” in tegendeel, ik instrueer haar de snij en schoonmaak taken. Ik maak dan gerechten in diverse pannen ik vind ze allemaal lekker, maar van te voren weet ik “Deze pan eet ik het meeste, deze pan zij.” Eating apart together een EAT relatie.
Op kleine schaal herkenbaar: Het vlees kluiven dat iemand zelf niet wil doen, bepaalde groente of kaas uit een salade.